Ga naar hoofdinhoud

Interview Jan Kromkamp

Jan Kromkamp kwam medio 2000 over van Go Ahead Eagles naar AZ en zou de Alkmaarders uiteindelijk vijf jaar trouw blijven. In die periode groeide hij uit tot een publiekslieveling en maakte hij de opmars van AZ van dichtbij mee. Onder de vleugels van Co Adriaanse groeide hij uit tot international, behaalde hij zowel nationaal als internationaal grote successen met de club en verdiende hij een transfer naar Villarreal. Na prijzen te hebben gepakt met Liverpool en PSV zette hij na de promotie met Go Ahead Eagles in 2013 op 32-jarige leeftijd een punt achter zijn actieve loopbaan als voetballer. Een verzoek voor een interview met ons werd met plezier gehonoreerd door de sympathieke Kromkamp, die enthousiast antwoord gaf op al onze vragen.

Jan, hoe gaat het nu met je en wat doe je tegenwoordig?

‘Het gaat goed met me. Ik ga komend seizoen Go Ahead Eagles C1 trainen dus het gaat prima.’

Je bent niet in een zwart gat gevallen na het einde van je carrière?

‘Nou ja, ik denk dat elke speler wel zoiets heeft van ‘voetballen is het leukste dat er is‘. Als het dan is afgelopen ga je nadenken over wat je leuk en belangrijk vindt… En ik heb eerlijk gezegd ook wel een jaartje moeten afkicken van het voetbal. Al die jaren hebben natuurlijk wel in het teken gestaan van. Als je dan vervolgens een tijdje bent gestopt gaat het toch weer kriebelen. Ik ben daarna rustig een paar dagen per week begonnen bij de jeugdopleiding van Go Ahead. Dat werden uiteindelijk steeds meer dagen.. Ondertussen haalde ik mijn TC3 en TC2 diploma’s. Volgend jaar wil ik dan TC1 afronden terwijl ik de C1 ga trainen.’

Als we even teruggaan naar het jaar 2000, dat was het jaar dat jij de overstap maakte van Go Ahead Eagles naar AZ. Hoe heb jij die overstap ervaren?

‘Aan begin was dat even wennen. Ik was toen 19 en ging voor het eerst op mezelf wonen. Ik ging bovendien voor het eerst samenwonen dus ik moest in de voorbereiding even mijn draai vinden. Het was natuurlijk toch een niveautje hoger en er speelden ook toen al goede voetballers met jongens als Van Galen, Buskermolen, Huiberts, Bosman..’

‘Dat waren natuurlijk spelers die hun sporen wel verdiend hadden. Dus dat was zeker even aanpoten in het begin. Ik brak toen in diezelfde voorbereiding mijn pols en dat was eigenlijk wel goed. Toen ging even de druk van de ketel. Ik kon toen een beetje in de luwte tot rust komen. Toen heb drie weken gips gehad en moest ik het rustig aan doen. Daarna ging het draaien.’

‘Ik ben daarna redelijk snel in de basis gekomen. Volgens mij viel ik bij De Graafschap uit in en toen heb ik vervolgens best een redelijk goed eerste jaar gehad. Ik ben toen zelfs nog door de supporters verkozen als speler van het jaar, dus dat ging toen best snel ineens.’

Ondanks die snelle aanpassing was die periode best hectisch bij de club. In december van jouw eerste jaar stapte Van der Lem op, het seizoen daarna werd Van Stee ontslagen. Hoe kijk je daar op terug?

‘Ja dat van Van der Lem vond ik sowieso heel jammer. Dat was echt een vaderfiguur voor mij. Hij haalde mij van Go Ahead naar AZ, kwam bij me thuis… Echt een hele sociale en fijne man. Ik vond het jammer dat hij wegging. Daarna kwam Van Stee en toen hebben we met wat kunst en vliegwerk nog wat wedstrijden gewonnen weet ik nog wel en zijn we als dertiende geëindigd.’

‘Het jaar daarop werd ik vervolgens veel gebruikt aan de rechter buitenkant door Van Stee. Dat was toch niet echt mijn plek. Ik wilde toen eigenlijk nog meer op het middenveld spelen. Dat dacht ik toen althans, voordat Adriaanse kwam. Maar onder Van Stee heb ik eigenlijk niet echt een plezierig jaar gehad. De prestaties waren ook niet heel bijzonder. We draaiden een beetje anoniem mee in de eredivisie.’

In jouw derde jaar werd Van Stee ontslagen na de 5-1 in Zwolle, daarna kwam Adriaanse. Dat was vast wel even omschakelen voor jullie?

‘Nou sterker nog, Van Stee was voor die 5-1 al ontslagen. Tegen Zwolle zat Martin Haar toen op de bank. Dat was mijn eerste wedstrijd weer nadat ik hersteld was van een gescheurde kruisband. Dus Zwolle-uit was mijn eerste wedstrijd en ik was als een kind zo blij. Die wedstrijd was voor AZ echter wel om te janken. God wat was dat slecht toen zeg. Ik weet nog dat Van Galen bij het nemen van een corner gewoon tegen de cornervlag aantrapte. Als dat gebeurt weet je al hoe slecht het was.’

Hoe was vervolgens die omslag toen Adriaanse voor de groep kwam? Dat moet een cultuuromslag zijn geweest?

Ja joh, dat was gelijk zo van ‘Jongens ik weet niet wat we allemaal aan het doen zijn. Maar zoals het nu gaat zo gaan we het in ieder geval niet meer doen.’ Maar ik merkte wel gelijk dat hij het in mij zag zitten. Dat helpt natuurlijk altijd, zeker als je van zo’n blessure terugkomt. Ik kwam ook wel redelijk snel terug in de basis, als middenvelder toen nog.’

Vervolgens speelden jullie de eerste twee volledige seizoenen onder Adriaanse echt geweldig. Hoe was het om deel uit te maken van dat team?

‘Ja dat was echt een geweldig team. Dat weet jij denk ik ook nog wel, dat was echt een vriendenteam. We konden elkaar zo goed vinden. Iedereen wist van elkaar wat zijn sterke punten waren. Het was gewoon één en al plezier. Elke training was een feestje. En bovendien behaalden we ook nog resultaten. We dronken dan wel een biertje met elkaar, maar het was niet zo dat we onderin stonden. Dus niet alleen buiten het veld was het leuk, ook binnen de lijnen hadden we het naar ons zin.’

Dat was toch wel apart want het team verschilde niet heel veel van het elftal onder Van Stee toch?

‘Nee dat scheelde niet zoveel. Ik weet nog wel dat Van Geel in dat jaar kwam. Toen hebben we het nog grotendeels met dezelfde groep gedaan. We hebben toen Europees voetbal afgedwongen met die groep. Dat was met jongens als Wijker, Fortes en nog wat gasten. Het jaar daarop kwamen er vervolgens een paar jongens van Willem II. Toen kwamen Jaliens, Mathijsen, Sektioui, Ramzi..’

‘Ik weet nog dat we het seizoen daarna begonnen met een nederlaag tegen Willem II. Dat was nog met Wijker er in enzo. Daarna ging het elftal wel redelijk snel op de schop. Toen kwam Mathijsen er onder ander in. Ik speelde toen zelf nog rechtshalf. Reini, die toen nog rechtsback speelde, raakte vervolgens geblesseerd en we hadden die wedstrijd daarna een rechtsback nodig.

‘We moesten toen uit tegen PSV spelen met Rommedahl, Vennegoor en Robben voorin. Ik wilde toen nog op het middenveld spelen, want ja, rechtsback wat had ik daar nou te zoeken? Iedereen wees echter naar mij om Reini te vervangen. Ik dacht toen nog ‘Ja Wijker jij kan ook rechtsback spelen‘ haha.. Toen had ik wel zoiets van ‘Shit ik ben de sjaak. Ik mag gewoon rechtsback gaan spelen tegen Robben.’ Maar het ging uiteindelijk hartstikke goed en we wonnen gewoon met 0-1 bij PSV!’

Het jaar daarna wisten jullie heel Europa te verrassen met jullie prestaties in de UEFA-cup en dat begon eigenlijk al bij de eerste wedstrijd tegen PAOK.

‘Ja dat klopt. Wij gingen toen naar PAOK toe en wij lagen gewoon bij het zwembad overdag. Je echt.. Het was eigenlijk gewoon een soort vakantie. We moesten toen s’avonds spelen en wonnen gewoon van PAOK. Die gasten staken vervolgens nog het stadion in de fik. Bij corners stonden we gewoon met zijn allen in de rook, dat kon toen gewoon nog. Uiteindelijk gingen we door en het bleef maar doorgaan. Elke keer dacht je van ‘nu is het afgelopen..‘, maar neehoor… Dat was gewoon bizar.’

En niet tegen de minste tegenstanders. Ik herinner me nog Rangers, Shakhtar Donetsk, Auxerre..
‘Ja Auxerre speelden we toen helemaal weg. Die hebben geen bal geraakt, volgens mij hebben ze zelfs geen enkele keer op goal geschoten bij ons. Huysegems maakte toen nog twee goals. Ik heb die wedstrijd wel eens teruggekeken en we speelden heel verzorgd, alle ballen waren zuiver.. Bonaventure Kalou schoot volgens mij één keer van buiten de zestien in de handen van Timmer, zo’n pisballetje, en dat was het.’

Hoe verklaar je dat jullie in staat waren om zulke ploegen te verslaan?

‘We hadden gewoon een goede groep, met een goede trainer. Weet je wat eigenlijk het belangrijkste was? Toen we bijvoorbeeld tegen Villarreal speelden ging Co gewoon zitten met ons om wedstrijden te bekijken en toen keken we naar de spelers die daar speelden. Daarna vroeg hij aan ons hoe wij dachten dat wij met ons team daar het beste tegen konden spelen. Dan ga je zelf kijken en ik dacht al die Sorin die staat links, die kan ik wel hebben. En iedereen kwam zo een beetje in zijn kracht uit.’

‘Tegen Landzaat zei hij ‘ga jij maar over Riquelme heen‘. Dat is een goede voetballer maar omschakelen vindt hij niet heel fijn. Zo probeerden we altijd vanuit onze eigen kracht te blijven voetballen. Dat is natuurlijk veel beter dan dat je denkt ‘oh shit, dat is Villarreal we gaan ons ingraven’. Ik hield wel van dat aanvallende van Co. Kijken waar je kansen liggen in plaats van bang zijn voor tegenstanders. Zo ben ik eigenlijk zelf ook wel als trainer. Ik zet er liever eentje extra voorin dan dat ik voor mijn eigen zestien ga lopen hangen.’

‘Thuis hadden we het nog wel even lastig tegen Villarreal trouwens want Barry Opdam kreeg toen nog twee keer geel en dus rood. Toen werd het wel heel lastig, totdat Van Galen briljant werd. Die schopte één van die Spanjaarden, José Mari was dat geloof ik, tegen de vlakte. Vervolgens kreeg José Mari weer rood omdat hij daar weer op reageerde en was het tien tegen tien. Maar wat denk je als die scheids had gezien wat Barry had gedaan? Dan was het 11 tegen 9 geweest en was het einde verhaal. Uiteindelijk wonnen we echter wel.’

Ja en toen wachtte die halve finale tegen Sporting Portugal..

‘Ja klopt. Die wedstrijd mistte ik vanwege een blessure. Ik had een klein fractuurtje aan mijn enkel. Meerdink was er ook niet meer bij, Mathijsen ontbrak. Het eiste toch een beetje zijn tol al die wedstrijden. En toch hadden we nog steeds een super goed team en hadden we eigenlijk door moeten gaan naar de finale. Want die corner in de laatste minuut was natuurlijk dramatisch.’

Is het missen van die twee halve finale wedstrijden dan toch een smetje op dat seizoen?

‘Nee dat niet. Ik wilde eigenlijk ook gewoon spelen. Ik had niks he. Je moet het zo zien, ik had wel last van die enkel maar het was niet zo dat ik mijn been had gebroken. Ik kon wel gewoon lopen en rennen. Ik zei nog: ‘we hebben een aantal blessures, laat me gewoon meedoen‘. Maar uiteindelijk mocht het niet. Het risico was dat als ik er toch een schop tegen zou krijgen, dat ik mijn enkel kon breken en dat kon wel eens einde carrière zijn. Er zit ook kraakbeen bij je enkel dus dat hebben we toen niet gedaan. Ik had natuurlijk graag willen spelen maar het was gewoon onverantwoord.’

Na die successen ben je naar Villarreal vertrokken en een half jaar later naar Liverpool. Hoe was het om bij zulke grote clubs te spelen?

‘Vooral Liverpool is natuurlijk een grote club. Villarreal was toch een beetje het AZ van Spanje. Een club uit de provincie die het gewoon goed doet, met een goede trainer. Zo moet je dat eigenlijk een beetje zien. Daar zat toen ook iemand met heel veel geld.’

‘Het was daar echter allemaal niet super geregeld. Ik moest echt alles zelf doen. Ik moest zelf een appartement regelen. Ik zie mezelf ook nog zo staan in de Spaanse Mediamarkt voor een telefoon. Stond ik daar twee uur in de winkel met handen en voeten uit te leggen dat ik gewoon goedkoop naar Nederland moest bellen. Ze snapten er echt geen reet van haha. Op een ander moment kwam ik bij de wedstrijden in trainingspak aan, stond de rest van de selectie daar in pak. Maar ik had gewoon nooit een pak gekregen, dat soort dingen.’

‘In de competitie speelde ik verder weinig, maar vervolgens moesten we Champions League spelen en stond ik ineens tegen Manchester United in de basis tegenover Cristiano Ronaldo. Die wedstrijd wonnen we ook, we werden zelfs eerste in een poule met Manchester United, Benfica en Lille. Ik heb toen gewoon vier wedstrijden in de basis gespeeld, we hielden elke keer de nul, ik speelde goed en drie dagen later zat ik weer zonder uitleg op de bank bij een competitiewedstrijd.’

‘Dus ik heb toen ook uitleg gevraagd aan Pellegrini, die was toen onze trainer. Als ik namelijk werd weggespeeld dan had ik het wel begrepen, maar dat was niet zo. Ik zat ook altijd wel bij de selectie dus ik hoorde er wel bij. Op één of andere manier was het allemaal toch een beetje onduidelijk voor mij. Vervolgens werd ik in de winterstop gebeld door Liverpool, zij hadden een Spanjaard zitten, Josemi, die was even oud als ik en die wilde terug naar Spanje. Die was klaar met de regen in Engeland en toen zijn we zonder transfersom geruild.’

En zo begon het avontuur bij Liverpool..

‘Ja inderdaad. Ook daar zat ik altijd bij de eerste achttien. Ik speelde daar veel aan de rechter zijkant omdat Benitez mij niet echt een rechterverdediger vond. Dat was ik natuurlijk ook niet. Maar de keren dat ik dan wel rechtsback speelde deed ik het ook wel goed. Maar toch heb ik hem daar niet van kunnen overtuigen.’

‘Toen heb ik nog wel de FA Cup finale gehaald. Kwam ik er een half uur voor tijd nog in voor Xabi Alonso, dat waren nog eens tijden haha. Al met al speelde ik nog wel dertien wedstrijden in de competitie en werden we derde. We draaiden dus gewoon een prima seizoen, toch was Benitez niet helemaal overtuigd. Hij heeft toen ook na afloop van het seizoen gezegd dat ze na zomer een oplossing wilden zoeken en dat hij een andere rechtsback wilde.’

‘Toen is er nog even sprake geweest van een overgang naar Feyenoord als onderdeel van de deal met Kuyt. Dat ging echter niet door. Vervolgens had Ajax nog interesse, die wilden mij hebben. Maar ik vond mezelf geen type voor Ajax. Op dat moment wilde ik eigenlijk ook nog bij Liverpool kijken hoe het ging. Dat ging best goed. De eerste wedstrijd van het nieuwe seizoen speelde ik ook gewoon in de basis. Dus het was best lastig. Of ik op lange termijn goed genoeg was om jaren mee te draaien in de absolute top denk ik niet, misschien was ik een geval ‘te groot voor een servet, te klein voor een tafellaken.‘ Zeker ook omdat die knie minder werd.’

Uiteindelijk ben je echter toch naar PSV gegaan..

‘Ja op een gegeven moment belde Koeman mij eind augustus of ik naar PSV wilde komen. Ik had direct een goed gevoel bij Koeman, een sociale aardige vent. Ik doe alles meestal wel op basis van gevoel en ik twijfelde in het begin wel of ik al terug moest gaan naar Nederland. Ik vond Engeland natuurlijk geweldig qua voetbal, aan de andere kant zat ik bij het Nederlands elftal dus ik moest wel een beetje in beeld blijven. Er waren verder geen opties in Engeland dus ik kon of een half jaar wachten of naar PSV gaan.’

‘Uiteindelijk is het PSV geworden en dat was een goede keuze. Ik had een hartstikke goed eerste jaar. Champions League voetbal gehaald, kwartfinale gespeeld tegen Arsenal. Daar wonnen we thuis met 1-0 van. En toen nog die geweldige laatste speeldag. Voor jullie natuurlijk niet, maar voor mij wel haha. We zijn op miraculeuze wijze nog kampioen geworden. Eigenlijk verdienden we het ook wel. We stonden het hele seizoen bovenaan, hadden Nederland goed vertegenwoordigd in Europa.. Maar voor AZ was het natuurlijk wel heel zuur.’

‘Na dat eerste jaar wilde ik weer beginnen met hardlopen en dat lukte gewoon niet. Ik had zoveel pijn aan mijn knie, maar je moet natuurlijk wel zorgen dat je fit terugkomt na de zomer. Dus ik heb er gewoon doorheen gelopen en ben met behulp van pijnstillers toch wel redelijk door de voorbereiding heen gekomen. Toen was het op een gegeven moment november en had ik een hartstikke dikke knie. Ik ben toen in november 2007 geopereerd, waarbij mijn knie is schoongemaakt en toen zei die arts al dat ik best veel slijtage had.’

‘Daarna ben ik het wel weer gewoon gaan optrainen en toen kwam Vergoossen in februari, Koeman had namelijk iets eerder de trein naar Valencia gepakt. Vergoossen zette mij direct daarna in de basis, zonder wedstrijdritme. Toen wonnen we vervolgens Feyenoord-uit, AZ-thuis en Ajax-uit.. We hadden toen de basis gelegd voor een tweede kampioenschap, maar ik moest eigenlijk steeds meer pijnstillers gebruiken. Toen kwam de kampioenswedstrijd tegen Twente en ik speelde tegen Elia, op een gegeven moment kon ik het laatste kwartier niet meer lopen. Ik heb me toen ook laten wisselen. De laatste wedstrijd tegen Vitesse, die we moesten winnen, heb ik laten schieten.’

‘Vervolgens ben ik gelijk na die wedstrijd tegen Vitesse onder het mes gegaan. Toen zei die arts al van: ‘Jan, je knie is helemaal naar de klote.’. Er was sprake van onwijs veel slijtage. Geen kraakbeen meer, gewoon bot op bot. Dat was toen eigenlijk al bijna einde carrière en ik was pas 27.’

Dat is wel heel erg jong? Is daar een verklaring voor of was dat gewoon brute pech?

‘Dat was eigenlijk nog een gevolg van die kruisbandblessure die ik op heb gelopen bij AZ. Op dat moment verandert er wat in je gewricht. Een stukje kraakbeen had ik niet meer en dan krijg je slijtage.’

Je hebt er daarna toch nog twee jaar gezeten

‘Ja dat klopt. Ik heb eerst die zomer nog heel veel krachttraining gedaan omdat ik best snel spiermassa opbouw om de gebreken te compenseren. Daarna speelde ik gewoon weer Champions League. Eigenlijk best bizar! We hadden toen toevallig weer Liverpool geloot en ik speelde uit bij Liverpool gewoon in de basis. Maar goed, ik kreeg er steeds meer pijntjes bij. Ik kreeg last van mijn lies, last van mijn kuiten. Mijn lichaam kon het op een gegeven moment niet meer compenseren. Toen Stevens vervolgens ontslagen werd heb ik onder Lodeweges ook nog best wel wat wedstrijden in de basis gespeeld.’

‘Na de winterstop kwam Rutten echter en die zei gelijk dat hij geen gebruik meer van me ging maken. Direct daarna ben ik weer geopereerd aan wat vergroeiingen en slijtage in mijn knie. Ik bleef er echter wel vol voor gaan. Aan het einde van het seizoen speelden we toen nog wat oefenwedstrijden in Brazilië. Ik had toen nog zoiets van ‘laat mij maar lekker thuis, ik heb al die wedstrijden niet mee hoeven doen.’ Maar iedereen ging naar interlands dus ik moest wel mee. We speelden daar vervolgens twee wedstrijden 1-1, ik stond beide keren in de basis en scoorde allebei de goals. Dus dat was ook redelijk bizar.’

En toen moest je nog een jaar..

‘Ja dat klopt. Rutten heeft me toen eigenlijk direct naar het tweede gezet en in januari belde Overmars mij vervolgens of ik naar Go Ahead Eagles wilde. Ik heb toen nog even getwijfeld, maar ik dacht ik ben daar begonnen dus laten we daar ook maar afsluiten. Topniveau kon ik sowieso niet meer aan dus ik wilde helpen om Go Ahead te laten promoveren. Ulderink die mij had gehaald ging toen echter weg, daar had ik echt een goede klik mee. Toen kwam Gall en daar had ik geen klik mee, echt nul. Maar ondertussen hadden we wel Feyenoord uit de beker gekegeld.’

‘Toch speelde ik nog best veel wedstrijden. Maar ik speelde meer centraal, een beetje op routine. Het tweede jaar kwam Ten Hag, dat ging eigenlijk prima. Voorbereiding ging goed, ik was aanvoerder en op een gegeven moment liep ik op de training een botkneuzing op. Toen kon ik twee maanden weer niks doen en dat was de doodsteek. Toen moest ik de boel weer aan de praat krijgen en dat lukte niet. Ik kreeg een spierscheuring in mijn kuit, een spierscheuring in mijn hamstring en toen bij Emmen-uit stond ik na driekwart jaar weer in de basis. Dan heb je het dus al over Emmen-uit.. Het was koud en op een gegeven moment ging de bal over me heen, moest ik aanzetten en vervolgens schoot het in allebei de hamstrings.’

‘Dat kon ik gewoon niet geloven na een kwartier spelen, dat moest ik me verbeeld hebben. Dus ik ging gewoon verder en toen op een gegeven moment dribbelde ik het middenveld in en ik viel gewoon om. Ik durfde het bijna niet te doen, maar daar gingen m’n vingers. Wisselen.. Toen zei Ten Hag ook, je lichaam is op. Daar gaf ik hem gelijk in. Maar ik wilde er nog niet mee kappen. Het was maart en die paar maanden wilde ik afmaken. Ik zei toen nog tegen Ten Hag: ‘Wie weet halen we de play-offs en heb je me nog nodig om een bal het stadion uit te rossen.’‘
‘We haalden toen inderdaad de play-offs en in die eerste wedstrijd bij Dordrecht zat ik weer op de bank en kreeg Vriends rood. Toen moest ik er ineens in, ik had nog geen wedstrijd gespeeld. Met tien tegen elf moesten we toen de schade beperkt houden. Dat is gelukt en na afloop liep ik nog langs Ten Hag en zei ik ‘zie je wel dat je me nog nodig zou hebben om een bal het stadion uit te schieten.‘ Want hij zei eerder al dat ik ermee moest kappen. Uiteindelijk heb ik nog twee of drie keer meegedaan en zijn we gepromoveerd. Daarna ben ik er wel mee gestopt.’

Het einde van je loopbaan had jij je ongetwijfeld anders voorgesteld. Vind je wel dat je alles uit je carrière hebt gehaald?

‘Jawel. Zeker ook met mijn knie. Ik had het alleen wel willen zien als ik dat niet had gehad.’

Dat kan ik me voorstellen, en toch heb je ook nog elf interlands gespeeld.

‘Ja klopt. Dat hadden er ook nog wel meer mogen zijn hoor, maar het kon niet meer door die knie. Ik weet nog dat ik op een gegeven moment op het laatste moment werd opgeroepen door Van Marwijk voor interlands tegen Noorwegen en IJsland. Ik was toen eigenlijk net weer terug na een zomer revalideren en toen kwam ik op een hoger niveau bij het Nederlands elftal waar we wat pass en trap oefeningen deden.’

‘Op dat moment merkte ik gewoon dat ik het niet meer kon leveren tussen al die grote spelers. Toen kwam wel het besef dat ik het niet meer ging redden. Elke keer als ik over die knie heen draaide kreeg ik een steek. Dat frustreerde mij wel want vroeger kon ik dat wel en nu moest gaan nadenken hoe ik een bal zou trappen. Het was wel moeilijk om te accepteren dat ik aan het aftakelen was zeg maar. Maar ik heb gewoon bij mooie clubs gezeten, Champions League gespeeld, interlands, een WK meegemaakt, gepromoveerd met de club waar ik ben begonnen. Nee, ik heb er gewoon het maximale uitgeperst. Als ik terugkijk ben ik gewoon trots dat ik dat allemaal bereikt heb.’

Eén van die mooie clubs was Liverpool. Daar speelde je met Steven Gerrard, was dat ook de beste speler met je hebt gespeeld?

‘Ja dat denk ik wel. Steven die kon echt alles. Die kon scoren, verdedigen, tackelen, omschakelen. Ik heb bijvoorbeeld ook met Riquelme gespeeld, dat was een fantastische speler in balbezit, zijn corners waren al halve goals bij wijze van spreken, maar die schakelde helemaal niet om. Die liep gewoon te wandelen. Als je dan kijkt naar Gerrard, in die Champions League finale. Die gaf zoveel gas. Het was bovendien ook een echte aanvoerder, maar ook een aardige gozer. Heel rustig, helemaal geen arrogantie.’

En dan heb je ook nog eens met grote trainers als Benitez, Pellegrini, Koeman en Adriaanse gewerkt. Aan wie bewaar jij de de beste herinneringen?

‘Ja ik denk toch echt aan Co en aan Koeman.’

Geen Benitez?

‘Nee, minder. En Pellegrini had ik een mindere band mee. Benitez was nog wel een joviale kerel hoor. Maar ik hield toch wel van Co. Dat aanvallende. Af en toe een beetje gek doen, meer vanuit je eigen kracht denken. Kijken hoe je de tegenstander pijn kan doen in plaats van andersom. Ik hield er wel van om in de rust een spits erbij te gooien. In plaats van Rutten bijvoorbeeld, die wisselde altijd defensief. Een spits voor een spits, een linksback voor een linksback. Nooit een keer de linksback eruit halen en een spits erbij ofzo.’

‘Ik weet nog een keer dat Co tien minuten voor de wedstrijd tegen Feyenoord zei: ‘Barry (Opdam red.) ga jij linksbuiten staan.‘ Wij keken elkaar zo aan van ‘He, Barry linksbuiten..?‘. Bij de aftrap keken Kuyt en Kalou nog vragend naar Van Marwijk op de bank en vroegen wat dit nu was. Van Marwijk reageerde toen nog met ‘Ja weet ik veel, ik weet ook niet wat dit is.‘. Toen begonnen we, pompten die bal naar voren en na vijf minuten stonden we 1-0 voor. Toen zei Co meteen weer: ‘Barry, terug naar achteren..‘ Ja dat is toch geweldig, als dat soort dingen lukken voel je je onoverwinnelijk.’

‘Daarom hield ik van Co. Maar ook van Koeman hoor. Dan verloren we een keer in de Champions League en dan zei hij gewoon: ‘Jongens drink lekker een wijntje‘. Alsof er niks gebeurd was. Dat is ook een hele fijne man. Een hele warme persoonlijkheid. Het is ook niet voor niets dat hij zoveel resultaten haalt. Alleen bij AZ geloof ik niet, maar voor de rest heeft hij overal goed gedaan.’

Als jij nu terugkijkt op je periode bij AZ, wat is dan jouw fijnste herinnering?

‘Uhm, ja daar vraag je me wat.. Het was gewoon een leuk team, ik heb niet echt één leuke herinnering. Het zijn er zoveel. Die hele periode was fantastisch. Dat jaar toen in Europa, dat we eerst nog herfstkampioen werden. En daarna zo ver kwamen in de UEFA-cup. Dat ging dan op een gegeven moment wel zijn tol eisen in de competitie en uiteindelijk verloren we steeds meer, omdat we dat ook niet gewend waren. Maar het was gewoon heel leuk, heel gezellig.’

‘In de kleedkamer was het gezellig, iedereen gunde elkaar alles. Er was geen sprake van groepjesvorming ofzo. Maar we trainden wel heel hard hoor. Onder Co waren we super fit en konden we ook altijd tot de laatste minuut doorgaan. Wat wel mooi was dat was dat paaseieren zoeken natuurlijk. Daar lachen we nu natuurlijk wel om..’

‘Ik weet nog wel een keer na een wedstrijd op training. We moesten 56 punten halen volgens Co, dan waren we zeker van Europees voetbal. Hij kreeg in de gaten dat we dat niet gingen halen, we hadden toen een paar keer gelijk gespeeld ofzo. Toen zei hij nog: ‘Deze training staat in het teken van Europees voetbal halen. 56 punten dat moeten we halen.’ Na de warming-up moest er vervolgens één speler naar de middenlijn, maar hij mocht de grond niet aanraken en we mochten hem niet tillen. Dus wij op de grond liggen, Lindenbergh zijn schoenen uit en over ons heen lopen, dat soort dingen.’

‘Of we moesten met zijn allen in de goal gaan staan en Adriaanse moest dan proberen te scoren op ons. Wij mochten de bal niet met de handen raken en elke keer als hij scoorde moesten wij een chicken-run lopen. En Adriaanse wilde echt scoren. Bij de eerste bal die hij schoot ramde Van Galen die bal denk wel tachtig meter verder weg. Dus wij allemaal roepen ‘Heeuhh‘, Adriaanse werd vervolgens nog linker en pakte nog een bal en weer ramde Barry die bal weg. De derde keer weer, en wij lagen helemaal dubbel. Fantastische teambuilding is dat. Daar was Co echt een meester in. Echt een fantastische trainer. Als we elkaar nu zien dan moeten we daar nog om lachen.’

‘Nu is dat toch anders. Bij PSV, dat eerste jaar was ook fantastisch. Als we daar nu nog over praten krijgen we ook nog kippenvel. Maar bij AZ was het echt apart. Het ene jaar bakten we er niks van en het jaar daarop liep het als een tierelier, met dezelfde spelers. Dat kwam toch door de sfeer, een goede trainer, maar ook door een goede assistent als Martin Haar. Een aardige man was dat. Een beetje de tegenpool van Co. Waar Co je wel eens een schop onder je reet gaf, daar gaf Martin je een knuffel.’

‘Maar ook de stad, de leuke mensen in Alkmaar die lekker normaal waren. Ik heb gewoon echt een hele leuke tijd gehad. Toen ik wegging bij PSV heb ik er ook wel over nagedacht om weer terug te gaan naar Alkmaar. Mooie omgeving, dichtbij de zee, leuke en eerlijke mensen. Maar uiteindelijk ben ik dan toch weer richting Apeldoorn gegaan. De opa en oma van de kinderen wonen daar, toch weer in de omgeving van Go Ahead. Maar toch elke keer als ik weer terug rij in de richting van Alkmaar..’

Nou je bent altijd welkom om terug te keren. Misschien zien we je nog wel eens terug in een rol bij AZ.

‘Ja wie weet hoe het loopt.’

Sinds je bent vertrokken is er natuurlijk wel veel veranderd bij de club. Hoe kijk jij tegenwoordig naar de club?

‘Ja weet ik niet. Ik hoor wel van mensen dat er veel veranderd is. Maar ik moet heel eerlijk zeggen dat ik er niet zoveel zicht meer op heb. Ik heb geen idee hoe het precies gaat dus ik kan wel wat gaan roepen… Wat ik hoor van mensen die beide periodes hebben meegemaakt is dat het vroeger gezelliger was. Maar was het vroeger niet überhaupt gezelliger? De Hout was natuurlijk ook een ander stadion dan nu. En vroeger was de mentaliteit ook anders. De jeugd zit nu ook alleen maar op de playstation of kijken een film. Vroeger gingen we kaarten. Dat heeft ook gewoon met de tijd te maken. Het is moeilijk om dat met elkaar te vergelijken.’

En dan de laatste vraag die ik voor je heb. In je periode bij AZ ben je uitgegroeid tot een publiekslieveling, wat zou jij tegen de supporters willen zeggen?

‘Ik wil ze gewoon bedanken voor die geweldige jaren. Ik heb het hartstikke mooi gehad. Heel simpel, als je gewoon je best deed dan was dat genoeg voor de supporters. Als supporters dat herkennen dan kunnen ze van zoveel waarde zijn. Het moet niet zo zijn dat als een speler twee verkeerde ballen geeft dan men gaat fluiten. Dat was bij AZ echter nooit het geval. Zeker in die periode niet. Iedereen was zo blij dat we resultaten behaalden en het was gewoon één groot feestje. Dus ik wil ze heel erg bedanken voor vijf fantastische jaren.’

Back To Top